Hooftzakelijk...

...waarin van Hooft de bijzaken en de hoofdzaken uiteenzet.

Thursday, July 01, 2004

Lowlands (1)


Als het ding twee weken lang heel zou blijven in Frankrijk waren we allang tevreden, maar uiteindelijk heeft de tent, type iglo, het volgehouden tot aan de pijnlijke verdeling van de inboedel. Of er nog leven in de tent zit weet ik niet en ook niet op welke zolder ze nu stof loopt te vergaren.

In die twee weken Nice heeft ons koopje, hij was maar honderdtien gulden, zich wonderbaarlijk overeind gehouden en is later alle zomerfestivals meerdere malen onze behuizing geweest als we ons weer met teveel alcohol, na een lange avond live-muziek, ten ruste legden. Twee jaar geleden kreeg de tent een fikse knauw door een nachtelijke val, maar als je niet lette op de vorm van onderdak, kon het nog steeds doorgaan voor een type iglo. Afgelopen jaar moest ik het echter zonder deze behuizing stellen omdat besloten was dat ik de slaapzakken mocht houden en zij de tent.

Zodoende kwam het dat ik dit jaar op Lowlands bij mijn beste vriend in de iglo zou kruipen om de roes uit te slapen. Ook hij was toentertijd mee naar Frankrijk gegaan en had dezelfde tent aangeschaft. Naar nu blijkt was die aanbieding een erg goede, want ook zijn exemplaar had de tand des tijds goed doorstaan.

Hij vertrok al een dag eerder richting het festival en zou me op mijn werk de plaats van ons onderkomen doorgeven. Ergens om vier uur belde hij dan ook op om te vertellen dat we op camping drie stonden. Links in de hoek. “Menno, weet je wel hoe groot camping drie is?”, probeerde ik nog te vragen, maar hij had al opgehangen.

Camping drie bood plaats aan zo’n zesduizend tenten, dus laat links in de hoek er een kleine duizend geweest zijn. Een eerste aanblik van het kampeerterrein leerde me dat minstens driekwart van de mensen dezelfde soort iglo hadden aangeschaft als wij toentertijd. Menno was ook niet zo slim en bijdehand geweest om een briefje op zijn exemplaar te hangen met het berichtje:’Maarten, hier zit ik’.

Ik meende me nog te herinneren dat zijn tent een zelfde soort knik had als de mijne. Tijdens mijn zoektocht keek ik ook af en toe in een tent om te zien of ik zijn spullen herkende. Wist ik veel dat hij de week een nieuwe rug- en slaapzak had aangeschaft. Naar later bleek was mijn eerste blik, in de eerste iglo de juiste, maar omdat ik zijn aftandse pukkel niet herkende was ik genoodzaakt mijn spullen bij wildvreemde mensen te stallen.

In de loop van de avond kwam ik Menno op het festivalterrein tegen. Links van de P.A., op onze vaste plek. Ik probeerde nog kwaad op hem te zijn vanwege het feit dat hij de lokatie van onze tent zo duidelijk had doorgegeven, maar aan zijn staat van ontbinding te zien leek het me beter in hetzelfde tempo mee te drinken. Toen we haast niet meer op onze benen konden staan besloten we het een dag te noemen en zou ik eindelijk te weten komen waar de iglo stond. Ware het echter niet dat ik Menno ineen keer kwijt was. Na nog een tijdje vergeefs gezocht te hebben ging ik maar naar de mensen bij wie ik mijn spullen had mogen achterlaten. Ook zij bleken aan het eind van hun Latijn en wie weet hoe lang ze al lagen te ronken terwijl mijn tas buiten in de vrieskou stond. Mij restte niets anders dan in de open lucht te gaan slapen.

Gelukkig had ik mij bij de inboedelscheiding de slaapzakken toegeëigend die tot min tien graden comfort boden aan de vermoeide mens. Ik legde mij neer op een tactische plek, bij de ingang van camping drie en hoopte dat Menno me op zou merken als hij richting de tent liep.

Dat hij dat niet gedaan heeft bleek toen ik de volgende ochtend wakker werd op dezelfde plek als waar ik was gaan slapen. Na wat lopen schreeuwen op het kampeerterrein had ik dan eindelijk Menno en de iglo getraceerd. Zijn kortstondig geheugen had het klaarblijkelijk begeven en Menno wist zich niets meer te herinneren van de avond tevoren. Ik vertelde hem van de barbaarse omstandigheden waarin ik de afgelopen nacht had doorgebracht en dat ik nog wel op een dusdanige plek was gaan liggen waar hij me kon opmerken.

In de loop van de dag kwamen zijn herinneringen beetje bij beetje naar boven. Tijdens het optreden van Autopulver wendde hij zich ineens tot mij. “Dus jij lag bij de ingang van camping drie te pitten? Dan heb ik jou wel zien liggen! Ik dacht nog bij mezelf: die gast moet wel erg dronken zijn dat hij niet eens meer naar zijn eigen tent kan lopen!”
Het moge dus duidelijk zijn dat ik na afloop van Lowlands mijn eigen tent heb gekocht.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home