Hooftzakelijk...

...waarin van Hooft de bijzaken en de hoofdzaken uiteenzet.

Thursday, July 01, 2004

Lowlands (2)


Een ezel stoot zich nooit tweemaal aan dezelfde steen, dus toen ik dit jaar naar Lowlands ging had ik me grondig voorbereid. Vorig jaar was me maar al te goed bijgebleven, toen ik de tent die ik met vriend Menno zou delen niet kon vinden. Ik zag mij genoodzaakt een nacht in de vrieskou te moeten slapen. Ik kwam namelijk een dag later en Menno was niet zo slim geweest om een herkenningsteken te plaatsen op ons onderkomen. Onze tent bleek verdacht veel te lijken op de andere drieduizend tenten die op het terrein stonden. Eenmaal Menno getraceerd bleek hij ineens de kunst van het spoorloos verdwijnen onder de knie te hebben en was ik, zoals gezegd, genoodzaakt me onder de blote sterrenhemel ten ruste te leggen, na een avond vol van drinkgelag.

Nee, dit jaar zou ik het anders aanpakken. Ik was namelijk zo slim geweest de tent van mijn broer te lenen. Nu moet u weten dat mijn broer nog meer van de jaren negentig is dan ik, dus als hij iets aanschaft moet dat het nieuwste van het nieuwste zijn. Het liefst nog het hightechst van het hightechst. Hij heeft dan ook zo’n slaapmatje dat bij het indrukken van een knopje zichzelf opblaast. De tent die hij had aangeschaft is oorspronkelijk bestemd voor Himalaya-expedities en het mooist van alles is dat daar dus maar een stok in hoeft. Met haringen vervolgens vastzetten en dan kan je lekker languit liggen in een eenpersoons bungalow met een geschatte straatwaarde van duizend gulden.

Dat zelfopblaasbare matje mocht hij houden. Ik wilde namelijk nog enige vorm van campinggenot hebben. Dat wil zeggen: gebrek aan luxe en comfort. In de tuin van mijn ouders had ik een middagje geoefend met opzetten en inderdaad, binnen de vijf minuten was de tent opgezet en klaar voor gebruik.

Lowlands begint normaliter op vrijdagavond, maar de echte die-hards trekken donderdagavond al naar het terrein voor een onvergetelijke night-before-experience. Wat inhoudt dat je lekker indrinkt met de blikken die je van thuis hebt meegenomen. Is tevens een stuk goedkoper. Toen we om tien uur voor de poorten stonden bleken we er nog niet in te mogen en werden logischerwijze de eerste trays met bier opengebroken om de tijd te doden en het plezier te verhogen. Rond middernacht bleek het dan eindelijk zo ver. We mochten het terrein op om de tenten te installeren en men kon wel zeggen dat ik aardig aangeschoten was. Misschien was ik zelfs wel dronken, want toen ik de tent wilde opzetten, bleek ik de gaten maar niet te kunnen vinden waar die enige magische stok dan doorheen zou moeten. Iedereen kwam kijken, gaf een tip of waagde een poging. De tent bleek ineen keer zo geavanceerd te zijn, dat niemand de oplossing vond voor het plaatsen van die ene stok. “Ach”, zei Menno, “gooi die hele tent maar bij mij in de iglo, dan zetten we die morgenvroeg wel op. Dan is het buiten helder en zijn wij ook helder”. Natuurlijk vond ik dit een geweldig plan. De hele groep die met me was meegegaan stond al een kwartier te wachten om echt te gaan feesten. Ik zelf was inmiddels ook al weer toe aan een biertje.

De volgende ochtend stond ik met een lichtelijke koppijn op. Ik trok de tent uit de tent en wilde wel eens weten hoe die ene stok er dan wél in moest, toen ik tot de ontdekking kwam dat de haringen spoorloos verdwenen waren. Aangezien op een love, peace & happiness festival als Lowlands, dat soort dingen niet gestolen worden, hadden we al snel het vermoeden dat de haringen bij iemand onder de tent lagen. Het leek ons erg plausibel dat zoiets gebeurd kon zijn bij het opzetten van ons kampement de avond tevoren. Maandag zou ik er dus hoogstwaarschijnlijk achter komen waar die haringen gebleven waren.

Een ezel stoot zich dus zogezegd niet aan dezelfde steen, maar weer lag ik bij Menno in de tent en met de ladingen bier die we achterover sloegen was het niet te vermijden dat we elkaar zo ongeveer de tent uit deden rotten. Weer zo’n reden waarom je eigen tent zou willen. Maar ja, waar waren die haringen?

De maandag na Lowlands, bij het afbreken van de tenten, konden we de haringen niet vinden. Niemand die zijn tent per ongeluk had geplaatst over het materiaal dat mijn slaapplek overeind had moeten houden. Al met al kwam het neer op een aardige sof. Mijn broer kennende zouden dat ook nog wel eens hele dure haringen zijn geweest.

Eenmaal thuis gekomen vroeg mijn moedertje hoe het met de tent van broer Pim was gegaan. Ik vertelde haar het verhaal van de verdwenen haringen en ineens begon bij haar iets te dagen. “Ja, maar Pim is voor jou nog weggeweest met die tent. Waar naartoe ook alweer? O ja, naar die zonsverduistering. Volgens mij is hij ze daar kwijtgeraakt. Dat weet ik eigenlijk wel zeker”.
Vandaar dat ik besloten heb om volgend jaar tijdens Lowlands te overnachten in het dichtstbijzijnde hotel.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home