Dronkemanspraat

Van de week heb ik mijn vriendin maar weer eens verteld hoeveel ik om haar geef. Niet dat ze enige aandacht schonk aan mijn woorden want de keren dat ik haar mijn liefde verklaar heb ik meestal een stuk in mijn kraag. Na bier nummer acht of negen begin ik iedereen aardig te vinden en als het toppunt is bereikt hou ik van allemaal. Ooit ben ik in slaap gevallen op de trap van mijn studentenhuis en toen ik opgemerkt werd door de buurvrouw kon ik schijnbaar alleen nog maar uitkramen dat ze de fijnste buuv was die ik ooit heb gehad en dat ze ons huis vooral niet moest verlaten. Ik weet er helaas niets meer van. Die bewuste avond heeft tot op heden nog steeds enkele gaten. Ik ben schijnbaar nog in een homobar gesignaleerd en ik blijf hopen dat ik daar niet al te uitbundig mijn liefde voor de mensheid heb verkondigd.
Gelukkig valt het bij mij nog mee. Meestal kan ik me nog wel iets herinneren van mijn daden en bij mijn weten loopt dat allemaal wel los. Mijn vader heeft het erger. Die wordt nog steeds iedere verjaardag geconfronteerd met het feit dat hij ooit dacht de hond uit te laten.
Na een vermoeiende en enerverende bruiloft had mijn moeder nog de helderheid om de hond uit te laten. Omdat ze de riem nergens kon vinden mocht de poedel onaangelijnd rauzen. Toen mijn moeder huiswaarts keerde kwam ze mijn vader tegen in een meer dan beschonken staat. In het grasveldje om de hoek stond hij met de honderiem in de hand wezenloos voor zich uit te staren. Op de vraag van ma wat hij aan het doen was, vertelde hij dat de hond door hem werd uitgelaten. Ma was zo intelligent om hem in die waan te laten en riep bij het zien van hond die naast haar stond: “Oh, daar zul je hem hebben”. Als het verhaal op de verjaardag is afgelopen ligt de hele familie wederom in een deuk en prevelt mijn vader zachtjes “Ja, lach er maar om”.
Nu valt dit nog wel mee. Wat dat betreft had Frans het veel erger meegemaakt. Die mag na de anekdote van mijn moeder altijd zijn dronkemansverhaal vertellen. Hij stond namelijk ooit totaal beschonken op het toilet en was in de veronderstelling dat hij tijdens het urineren zijn lid in z’n handen had. Toen na enkele seconden bleek dat zijn hele broek ondergezeken werd keek hij nog eens goed naar beneden en kwam tot de ontdekking dat hij het puntje van zijn blouse had beet gepakt.
Het toppunt van dronkenschap had Henkie uit onze kaartclub. Die bleef ooit bij één van zijn beste vrienden slapen en liet een onuitwisbare indruk achter. Deze vriend spaarde voor de hobby zijden stropdassen en had die alfabetisch en op kleur in een kast opgehangen. Henkie moest die nacht heel nodig en omdat de deuren in zijn dronkenschap zo op elkaar leken, was het niet te vermijden dat hij de verkeerde deur opende. De hele collectie dassen voorzag hij van een speciale urinale coating waardoor de schade niet te overzien was.
Dan is er natuurlijk nog de overtreffende trap en die is in het bezit van Leo. Leo is eigenlijk helemaal niet leuk als hij dronken. Hij slaat veel te hard op je schouders om amicaal over te komen en weet dus echt niet meer wat hij doet als hij een te hoog promillage in zijn bloed heeft. Zijn vriendin heeft het aan den lijven mogen ondervinden toen ze ‘s ochtends na een lange avond stappen een wasje wilde draaien. Bij het openen van de klep van de droogtrommel bleek namelijk dat Leo zich die nacht had vergist tijdens zijn zoektocht naar het toilet. Een andere verklaring voor die drol die er lag was er niet te vinden.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home