Hooftzakelijk...

...waarin van Hooft de bijzaken en de hoofdzaken uiteenzet.

Thursday, July 01, 2004

Mean Blues Machine


Waarschijnlijk heeft niemand ooit van de legendarische bluesband ‘The Mean Blues Machine’ gehoord. Dat is erg spijtig maar ook niet verwonderlijk, aangezien de band nooit het repetitiehok heeft verlaten en een zachte dood is gestorven. Legendarisch is ze echter wel, temeer omdat ik fungeerde als zanger en tekstschrijver. Memorabele nummers als ‘kill him slowly’, ‘give me your pain’ en natuurlijk ‘you can have my wife, but not my car’, kwamen van mijn hand.

Naast mij als zanger was er de chronisch blowende en Grolsch drinkende bassist, die ons vanwege zijn beperkte muziekkennis dwong om alle nummers in C te spelen. Omdat hij nogal wat geld geërfd had, had hij zich een jaar of vijf gegeven om het te maken in de muziek.
Verder was er de concertpianist in spe die was aangewezen op een casio-orgeltje dat hem wegens stopcontactgebrek noopte tot het spelen van de drums. Wat wel fijn was, want de echte drummer was doorgaans verhinderd tijdens de repetities. Wie de gitarist was is mij nog steeds niet duidelijk want de bassist kwam iedere week met een nieuwe aanzetten. De een nog wereldvreemder dan de ander.

De bedoeling was uiteindelijk dat de band zou gaan spelen op diverse motormeetings. De bassist had zo zijn connecties en zodra we een half uurtje repertoire hadden zouden we kunnen spelen bij een treffen van ‘The Lone Riders’. Of zoiets. Het is er echter nooit van gekomen en ik geloof trouwens niet dat The Mean Blues Machine ooit een heel nummer heeft uitgespeeld. Meestal raakte de bassist zijn lijn kwijt, ging de drummer -die pianist dus- iets te jazzy spelen, hadden we geen gitarist of moest er gestopt worden omdat de joint aan een der muzikanten moest worden doorgegeven. Sowieso gingen blowen en spelen niet zo goed tegelijk in de band. Iedereen kreeg van het druggebruik een droge bek, dus maar al te vaak was er na de drugspauze een drinkpauze. Zeker weten doe ik het in ieder geval niet meer.

Het repetitiehok was een groot atelier dat deels door ons gebruikt mocht worden om te brallen. Elektriciteit was een vooroorlogs begrip in dit pand en met gevaar voor eigen leven kon de pianist/drummer een peertje brandende krijgen. Deze was geïnstalleerd voor de basdrum die bij al te hevige solo’s het lampje deed veranderen in een stroboscoop.

Het voordeel van de ruimte was dat we tot in de ochtend konden doorspelen en op een nacht schijnt het gebeurd te zijn dat The Mean Blues Machine een heel nummer heeft gespeeld dat nog goed klonk ook. Het schijnt wel een instrumentaal nummer te zijn geweest, want ondergetekende lag ergens tussen de matrassen zijn roes uit te slapen.

Het atelier lag volgens onze begrippen op een asociaal verre afstand van de binnenstad. Meestal hadden we geen zin om te lopen en teveel gedronken om nog normen en waarden te hebben. Maar al te vaak werden er fietsen gestolen om toch maar te kunnen repeteren.

The Mean Blues Machine is een zachte dood gestorven omdat ik andere aspiraties had en de drummer -niet de pianist- eindelijk toegaf geen tijd te hebben. Bovendien was de huurachterstand dusdanig groot dat niemand bereid was zoveel geld te investeren in een band die het waarschijnlijk toch niet zou worden. De pianist pakte weer zijn klassieke studie op om later toch maar elektricien te worden. De bassist schijnt doorgegaan te zijn en onder een andere naam te opereren. Ze bouwen op dit moment een bescheiden cultstatus op tijdens vage motormeetings. Al met al zal die band echter nooit zo legendarisch worden als The Mean Blues Machine. Ze hebben namelijk optredens en repertoire. Vandaar.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home