Sloot

Onlangs bevond ik mij in een sloot. Een niet alledaagse bezigheid en zeker niet gezien de positie waarin ik mij bevond in die sloot. Als een puppie die zich overgeeft aan een hond van de hogere orde, lag ik met benen en armen omhoog te staren naar de sterrenhemel die zich tentoon spreidde in een Hollandsche polder. Alsof ik de aerobiclessen van Jane Fonda trachtte na te doen, lag ik enigszins beneveld nat te worden omdat ik even daarvoor, toen ik even niet oplette, mijn evenwicht verloor en voorover kukelde in de sloot die na een minuutje zelfs aangenaam vertoeven bleek.
En als je dan zo kijkt naar de grote beer, dat is toch die koekenpan aan de sterrenhemel?, dan is het wachten op de cavalerie om je eruit te trekken. Gelukkig was ik niet de enige in de polder en toen ik eenmaal nat en doorweekt weer op vaste bodem stond, vroeg mijn reddende engel of ik teveel gedronken had. U denkt natuurlijk vast en zeker dat ik dat gedaan had, maar ik antwoordde met de stellige overtuiging van Newton die de zwaartekracht ontdekt heeft, dat ik te weinig gedronken had. Want er zijn momenten dat je te weinig kan drinken, echt waar, en dit was er eentje van.
Drinken kent een aantal fases met daarbij behorende bewegingen. Of noem het symptomen. Whatever you want. In eerste instantie is daar het fenomeen aangeschoten. Kenmerken hiervan zijn de blos op de wangen, de lichtelijk dubbele tong waarmee je spreekt en wat ongecontroleerde handelingen.
Na aangeschoten komt dronken. Hierbij gaan de ogen scheel staan, in ieder geval bij mij, en worden de bewegingen gevaarlijk. Dan kan je dus in een sloot belanden, want in dronken toestand willen dingen nog wel eens gaan draaien. Om dat te voorkomen willen dronken mensen nog wel eens rondjes rond de kerk gaan fietsen. Waar mensen van de spoorwegen gruwen van de gedachte alleen al, daar draait een dronken iemand maar al te graag rondjes rond de kerk in de hoop nuchter te worden. Nuchter als in aangeschoten natuurlijk. Dronken mensen doen er niet voor niets uren over om naar huis te komen. Dat is niet omdat ze de weg kwijt zijn, maar dat is om de drank uit het lijf te lopen zodat je, als je in bed gaat liggen, niet naar een draaiend plafond hoeft te kijken.
De laatste fase is straalbezopen. Specifieke kenmerken die hier bij horen kan ik echter niet geven omdat ik in mijn stomdronkenschap niet meer in staat ben om dat soort dingen te onthouden. Waar je wel toe in staat bent is de meest rare bewegingen. Vanuit een ongecontroleerdheid dus danig controlerend zijn, dat je medestanders zich afvragen hoe je in hemelsnaam overeind blijft. Als ik dus stomdronken was geweest op het moment dat ik die sloot op me af zag komen, dan waren er krachten in mij bovengekomen die ervoor gezorgd hadden dat ik gewoon nog recht overeind stond. En vanuit die gedachte zei ik tegen de persoon die mij uit de sloot haalde dat ik te weinig had gedronken. En misschien klinkt dit voor sommigen raar, maar af en toe zijn er van die momenten dat ik had gewild dat ik wat meer bier achterover had geslagen.